Op 1 september begonnen de colleges weer. Helaas gebeurde dit natuurlijk niet zoals het hoorde te gebeuren. Mijn eerste colleges op de universiteit heb ik online moeten volgen. Inmiddels ben ik twee weken verder en ben ik er ondertussen achter dat de online colleges eigenlijk helemaal niets voor mij zijn. Ik kan dan ook niet wachten tot de colleges weer gewoon op campus plaats kunnen vinden.
Ongeveer 60% van mijn colleges vindt online plaats. De hoorcolleges worden allemaal online georganiseerd en de werkcolleges worden op campus gegeven. Dat betekent dat ik eigenlijk nog best wel geluk heb gehad. Ik heb huisgenoten die nog helemaal niet op de campus geweest zijn en ik mag toch een drie tot vier colleges per week in een collegezaal of klaslokaal volgen.
De online colleges vind ik lastig. Dat is vooral omdat een college meestal een uur en drie kwartier duurt. Vaak heb je dan ook nog twee of drie colleges achter elkaar. Ik vind het erg moeilijk om mijn concentratie zo lang te richten op dat kleine beeldschermpje. Als je in een lokaal zit, dan loopt de docent vaak rond en kun je je aandacht verdelen tussen het bord en de docent. Op die manier kun je toch een beetje ‘bewegen’ met je gedachten. Ook zijn de colleges een stuk minder interactief. De docenten stellen minder snel een vraag aan de klas, want antwoord geven via de chat gaat vaak te langzaam en als je allemaal tegelijk je microfoon aan zet in zoom of een ander programma, dan wordt het een en al chaos. Ik heb één college gehad dat ook echt veel te snel ging. De docent kan niet goed zien of een kwartje is gevallen of niet en dat maakt het soms best pittig.
Ook vind ik het erg jammer dat ik mijn klasgenoten nauwelijks zie. Onze klas (al hebben we maar 30 studenten) is verdeeld in twee werkgroepen. Je hebt de hoorcolleges met de hele klas, maar de werkcolleges volg je met je werkgroep. Omdat alleen de werkcolleges op campus zijn, zie ik dus ook alleen de mensen die in mijn werkgroep zitten. De rest van de klas zie ik dus eigenlijk nooit. Daar baal ik wel een beetje van. Ik vind het erg jammer dat er een aantal mensen zijn met wie ik eigenlijk alleen contact heb via WhatsApp of iets dergelijks.
Ik heb wel begrip voor de situatie en ik snap ook heel goed dat het nou eenmaal is zoals het is. Dat neemt niet weg dat ik het allemaal erg jammer vind en dat ik het liever anders zou hebben gezien. Ik hoop dat we na de kerst weer op een normale manier aan de slag kunnen, maar ik ben er bang voor.
Desalniettemin heb ik wel twee leuke weken achter de rug. Ik vind het erg prettig dat ik eindelijk weer iets te doen heb. Ik zat al sinds half maart thuis en kon niet heel veel doen (in het begin mocht ik niet eens werken). Om dan in september weer aan de slag te kunnen is dan een verlossing. Het was in de eerste week misschien zelfs een schok, maar nu ik aan de derde week begin merk ik dat ik langzaam door begin te krijgen hoe ik alles in moet delen en wordt het wel wat makkelijker. De hoeveelheid werk is in ieder geval een stuk meer dan je gewend bent van de middelbare school. Dat zit ‘m niet zo zeer in de hoeveelheid opdrachten, maar in de hoeveelheid werk die je voor een opdracht moet doen. Gelukkig sluit het grootste gedeelte van de opdrachten aan op dat wat ik leuk vind en is het daardoor wel wat makkelijker om er ook aan te werken.